Consumenten, architecten, maar ook de deurenproducenten zijn zoekende. Consumenten denken vaak in beelden en termen van retro, de jaren 30 of jaren 50 of willen iets klassieks, kasteelachtigs, monumentaals of aristocratisch. Architecten zoeken aansluiting bij hun moderne architectuur of eerdere architectuurstijlen. Wat na modern, postmodern, neomodern en supermodern de trend wordt is niet uitgekristalliseerd.  De deurmodellen die deHOUTjournalist toont, laat zien dat voordeuren een inspirerende uitdaging in hout opleveren. Suggesties? Mail het deHOUTjournalist. 

Jaren ’30

Karakteristiek, degelijk en sfeervol. Het is de tijd van de Amsterdamse School waarin de nadruk op horizontale lijnen ligt. Royale entreepartijen met bijzonder vormgegeven kozijnen in forse houtafmetingen (Amerikaans grenen), rijke detailleringen en fraaie luifels bij de voordeur. De kamers en-suite met dubbel (schuif)deuren. Massief houten voordeuren, blank afgewerkt, was de trend. 

Jaren ‘40

Aan het eind van de jaren ’40 werden in Nederland, tijdens de Wederopbouw in snel tempo nieuwe woningen gebouwd. Nieuw daarbij was een verder doorgevoerde standaardisatie en het in de fabriek prefabriceren. De standaard binnendeuren van Bruynzeel pasten goed in dit proces. Opvallend is dat in deze periode vooral de vierpaneelsdeur en soms de vijfpaneels Bruynzeeldeuren werden gebruikt. Nagenoeg geen deuren met horizontale of verticale roeden en panelen. Bij slaapkamer- en keukendeuren bevatte geen dicht, maar een glaspaneel. Suitedeuren en tocht- en keukendeuren hadden glas in roeden of glas in lood. De vierpaneels Bruynzeeldeuren zijn tot de jaren ’60 toegepast. Daarna wilde iedereen strakke interieurs met deuren onder profileringen (stofnesten). De particulier spijkerde daarom board over de originele deur. De Bruynzeel fineerdeur die oorspronkelijk als binnendeuer was ontwikkeld bleek het ook als voordeur goed te doen.

Jaren ’50: gezellig

Deuren voor de oorlog in massief teak of eiken met weinig glas. Na de donkere jaren van de oorlog is gezelligheid troef. Grote glaspartijen. Af en toe siersmeedwerk en figuurglas. Met of zonder roeden, panelen en/of lijstwerk. Houtsoorten afzelia en teak, af en toe mahonie; alles blank afgewerkt. Naaldhout dekkend. Gedachte-eenheid: voordeur – binnendeur – achterdeur. Achterdeur is standaard een stapeldorpeldeur.

Jaren ’60: blank

Wit en crèmekleurig geschilderd vuren raakt uit de gratie. Blank gelakt hardhout is mode. Hang naar robuust en rustiek. “My home is my castle”. Veel variatie in gegolfde schrootjespaneelvulling. Luxe en esthetiek gaat boven duurzaamheid. Hardhout, blank gelakt, geeft hoger verkoopprijs. Hardhout dekkend afwerken is een schande, behalve als het gaat om Hindelopen groen, Staphorster blauw of Zaans donkergroen. Platte bungalowbouw met witte breukstenen vormt aanzet tot strakke voordeuren.

Jaren ’70: rustiek

Hernieuwde belangstelling voor stijlvol klassiek: duurt tot in de jaren ’90. Opkomst boerderijdeur, onder- en bovendeur, glasroeden deur met of zonder toog. Blank of rustiek donker gelakt is mode.

Jaren ’80: monumentaal

Deurmodellen uit de grachtenpanden inspireren. Dekkende afwerking is in. Vooral donkere kleuren als (ossenbloed) rood, donker Pruisisch blauw, rijtuigengroen en dergelijke. Deuren met twee panelen in klassiek groen zijn mode. Het bestaande segment blank hardhout blijft nog lange tijd blank.

Jaren ’90: veiligheid

Veiligheid is hot item. Arrestatieteams leven zich uit op buitendeuren en het 3 sterrenbeslag van toen stelt feitelijk niets voor. Introductie nieuwe testen met inbreeksetjes. Introductie driepuntsluiting en aansluitend beter beveiligde beglazingssystemen. Glasopeningen kleiner en smaller. Toenemende vraag naar eigentijdse modellen. Eind 90-er jaren opkomst retro-design (=vooroorlogs).

Millennium: persoonlijk wonen

Het persoonlijk wonen krijgt invulling. Dekkende afwerking is in. Zo’n 70-80% wordt grijs (of in een bijpassende grondkleur) afgeleverd. De invloed van het Bouwbesluit wordt zichtbaar in maatvoering en deurdesign: breder en hoger. Voordeur wordt weer een beeldbepalende factor in de gevel. Revival vlakke deuren. Massief houten deur met extra’s: rvs, siersmeedwerk, figuurglas.

2010: industrieel en high tech

De opmars van de vlakke deuren met allerlei toeters en bellen zet verder door. Dat komt ook door de uitstekende duurzaamheid die gemodificeerd MDF (Medite Tricoya) als dekplaten biedt. Door de sandwichconstructie is er in de inwendige kern van de deur ruimte voor allerlei functionele producten. Bijvoorbeeld t.b.v. de brandwerendheid, geluidisolatie en Domotica. Duurzaamheid in de zin van energiebesparing is een hot item. Voorspeld wordt dat de 54 mm dikke deur de trend wordt. Een verdere doorbraak wordt makkelijker dankzij een doorontwikkelde service van digitaal inmeten tot en met het pasklaar leveren en afhangen. Wat woonstijl betreft is een ‘industriële look’ erg trendy. 

De in beeld gebrachte modellen zijn van Bruynzeel Deuren en (het niet meer bestaande) Norhtgo.