Je moet er maar zin in hebben om je bezig te houden met deze vorm van houtpromotie in natura. Wiebe geeft aan dat het uitbrengen van een houtmonstercollectie nauwgezetheid, kennis van hout en bovenal een Engelengeduld vereist. Aan Wiebe van Slooten valt af te lezen dat hij er na 20 jaar nog steeds plezier aan beleeft.
Kennis van houtzaken
Naast producent van houtstalen is Wiebe ook een enthousiaste houtdraaier en houtverzamelaar. ‘Mijn kennis over de meest uiteenlopende houtsoorten deed ik beroepsmatig op. Ik was meer dan 40 jaar actief in de houthandel en betrokken bij het selecteren, zagen, drogen en bewerken van hout. In 1978 kreeg ik van de eens zo vermaarde Maatschappij de Fijnhouthandel aan de Hemweg in Amsterdam een kist met 50 meest voorkomende houtsoorten die deze houthandel in die tijd uit de hele wereld importeerde en verhandelde.’ Deze kist en het formaat van de monsters is hem altijd dierbaar gebleven en stond model voor het creëren van zijn eigen monstercollecties.
Ontwerpers en toepassers
Wiebe richt zich op architecten en houtverwerkers. Bij de houtsoortkeuze gaat het niet alleen om de beschikbare kwantiteit, veel vaker om de performance voor het beoogde ontwerp of de kwaliteit voor de toepassing.’ Houtdraaiers kijken heel anders naar hout dan timmerlieden, meubelmakers en interieurbouwers. Hij volgde diverse cursussen, ‘Om het hout beter te herkennen en naar mijn afnemers te kunnen garanderen dat mijn houtmonsters kloppen wat betreft de soort en benaming.’
200 houtsoorten
Om tot een goede houtsoortkeuze voor jouw toepassing te komen hoef je beslist niet alle houtmonsters uit de hele wereld in huis te hebben of de houtsoorten bij naam en toenaam te kennen. Wiebe: ‘Van de tienduizenden soorten is slechts een deel interessant voor de commerciële houthandel. In Nederland en België worden zo’n tweehonderd houtsoorten toegepast. Rond de honderd daarvan kun je als gangbaar kwalificeren.’
Zelfs het herkennen van zo’n kleine selectie houtsoorten is niet zo eenvoudig. Dan is een collectie houtmonsters waarvan de naamgeving vastligt het beste hulpmiddel. Wiebe heeft zo’n 200 verschillende houtsoorten in voorraad. Op zijn houtzolder in de werkplaats achter zijn woonhuis ligt een respectabele hoeveelheid gedroogd en onbewerkt hout, in soorten en maten. Ook de stockvoorraad van kant en klare houtmonster is indrukwekkend en gerangschikt op alfabet. Daaruit stelt Wiebe zijn drie collecties samen: wereldwijd, inlands en FSC.
Drie standaard collecties
Wiebe brengt twee collecties uit naar herkomst: inlands of wereldwijd. Voor degene die alleen gecertificeerd hout wil toepassen heeft Wiebe sinds 10 jaar een kist FSC houtmonsters samengesteld.
Losse monsters worden ook geleverd en bij aantallen van 15 of 25 worden deze voorzien van een index in een kistje op maat.
Elk monster bevat een sticker met de Nederlandse (en Latijnse) naam. ‘Uitgebreide en technische info vind je op internet of in het Houtvademecum. Daarin staat veel meer dan ik in een paar regels op een sticker kan schrijven.’
Afmetingen
De houtmonsters hebben een maat van ca 67 x 138 x 6 mm. De kist is standaard 85 mm hoog en 175 mm breed. ‘De lengte varieert en wordt afgestemd op de collectie en ik biedt ruimte voor eventuele aanvullingen. Om ruimte te winnen koos ik bewust voor een diktemaat van 6 mm in plaats van 10 mm die het HVI en later het Centrum Hout aanhield.’
De kist kan worden uitgevoerd in Eiken, Iepen, Taxus, Robinia of kwartiers gezaagd Platanen. In de deksel laat de houtsoort zich van zijn beste kant zien en de tekening loopt door in de zijkant en het onderpaneel. De kisten zijn lichtdicht om verkleuring van de monsters tegen te gaan.
Index en benamingen
De binnenzijde van de deksel bevat een (geplastificeerde) index met Nederlandse namen op alfabet. Bij het benoemen volgt Wiebe het Houtvademecum. ‘Houthandelaren gebruiken soms mooier klinkende of fancy namen voor de houtsoorten die zij verhandelen. Zij doen dit om een bepaalde exclusiviteit te kunnen claimen en zich te onderscheiden van de concurrentie.’ Wiebe levert geen infoboekjes met detailinfo bij zijn collecties. ‘Wie meer wil weten kan op internet allerlei ingangen vinden over houtsoorten, eigenschappen, enz.’ Wie het Houtvademecum wil aanschaffen moet even wacht. De 11e druk met de laatste updates in content en aantal houtsoorten verschijnt pas in september 2017.
Inkoper en
Wiebe koopt zijn hout in en is daarnaast altijd op zoek naar nieuwe houtsoorten die ook gebruikt gaan worden. ‘Wat de een als een onbruikbaar stuk hout kwalificeert is voor mij juist waardevol. Wie in Bergen zijn collectie komt uitzoeken, bekijken, kopen of afhalen wordt stellig getrakteerd op een mooi verhaal over een of andere houtsoort of een anekdote.
‘De Nederlandse soorten verzamel ik door de kapvergunningen van diverse gemeenten bij te houden. Dit hoeft niet altijd een inheemse soort te zijn. Van de Ginkgo dacht men dat deze boom was uitgestorven en daarvan alleen fossielen bestonden. Tot men in China een levend exemplaar ontdekte.’
Tot in de eeuwigheid
Houtmonstercollecties hebben een eeuwigheidswaarde. Er zijn genoeg collecties met een museale waarde die overal ter wereld te bewonderen zijn. De collecties die Wiebe van Slooten maakt zullen jaren meegaan en wie weet op den duur ook collectors item worden. ‘Ik ben achter in de ’70 en nog steeds druk in de weer met mijn houtvoorraad, het drogen, zagen en schuren van houtmonsters, het bijhouden van mijn voorraad en het samenstellen en verkopen van collecties.’ Ook al is daar nu nog geen sprake van, er komt een moment dat Wiebe moet stoppen met zijn levenswerk. 'Daarom zoek ik naar een mogelijkheid om dit voor te zijn. Ik wil waar ik met zoveel plezier en liefde aan begon overdragen naar een ander die met dezelfde bezieling en houtkennis verslingerd raakt aan het bemonsteren in hout.‘